Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

'Het is beter om te sterven, dan hier te blijven'

10-10-2018
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
78 keer bekeken
  •  
bootje curacao venezuela anp
In de uitzending ‘Aangespoeld in het Koninkrijk der Nederlanden’ vertellen twee overlevenden van een bootramp met vluchtelingen uit Venezuela over wat zij hebben meegemaakt. ZEMBLA vroeg een journalist in Venezuela om in het dorp La Vela de Coro te spreken met familieleden van opvarenden, die overleden of verdwenen zijn.
In de namiddag van 9 januari 2018 vertrok een bootje met 34 passagiers vanaf het strand, in de omgeving van La Vela de Coro, naar Curaçao. De bedoeling was om rond 12 uur ’s nachts daar aan te komen. ’s Avonds laat, om zo de kans op ontdekking door de Kustwacht van Curaçao zo klein mogelijk te maken.
De zee is die nacht wild en het waait hard. Het bootje raakt uit koers en komt niet in de buurt van de gewenste aankomstplek. In plaats daarvan nadert het de noordwest kust van Curaçao, in de omgeving van de baai Koraal Tabak. De kust is daar rotsachtig en gevaarlijk. Als een grote golf over het bootje slaat begeeft de motor het en is de zaak hopeloos verloren. Het bootje slaat om en de 34 opvarenden moeten zichzelf zien te redden en proberen op eigen kracht de kust te bereiken.
Een deel van de opvarenden bereikt uiteindelijk, na uren zwemmen en vechten tegen de golven, de kust. Anderen verdrinken. In de ochtend van 10 januari worden bij Koraal Tabak vier lijken gevonden, en een paar dagen later nog een lijk. Sommige opvarenden worden door de politie op Curaçao als illegale migrant opgepakt en later terug gestuurd naar Venezuela. Een aantal anderen weten uit handen van de politie te blijven en vinden een plek om te wonen op het eiland. Via via horen ze van elkaar dat uiteindelijk 19 mensen de ramp hebben overleefd. Tien mensen zijn verdwenen, vermoedelijk verdronken. Hun lichamen zijn opgeslokt door de zee, of wellicht door haaien aan stukken gescheurd.
Iraly Yance, moeder van Jovito Yance, die verdwenen is, vertelt waarom haar zoon en de andere opvarenden naar Curaçao wilden.
Haar zoon Jovito was 32 jaar en woonde nog steeds thuis. Hij was al vijf jaar verloofd en wilde heel graag met zijn vriendin een gezin gaan stichten en een eigen huis bouwen. Maar hij had geen geld en geen werk. Hij was al eerder op Curaçao geweest, maar was toen opgepakt en teruggestuurd. Venezolanen die zijn uitgezet komen drie jaar lang op een zwarte lijst en kunnen dan niet meer legaal op het eiland komen. Dus proberen ze het dan vaak illegaal, met een bootje in de nacht. Zo ook Jovito, want hij dacht dat hij daar wel weer werk zou kunnen vinden. Maar zijn moeder was ongerust.
Sinds de ramp probeert Iraly Yance tevergeefs informatie te krijgen over haar zoon. Ze weet dat er op Curaçao ook ongeïdentificeerde resten van lichamen zijn aangespoeld, en ze zou graag willen weten of die van haar zoon kunnen zijn. Want als dat niet zo is, wie weet leeft hij dan nog en is hij ergens ondergedoken. Maar ze krijgt van de overheid op Curaçao geen enkele medewerking. Ze hebben haar verteld dat ze maar zelf naar Curaçao moet komen om eventueel een DNA-test te laten doen, maar daar heeft ze helemaal geen geld voor. Ook de overheid van Venezuela is tot op heden niet behulpzaam geweest.
Neeyra Razz raakte twee zwagers kwijt bij de bootramp. Van de ene, Danny, echtgenoot van haar zus Normelys, werd het lichaam gevonden. Van de ander, Oliver, echtgenoot van zus Nereida, is niets meer vernomen sinds het ongeluk.
Neeyra werkte zelf ook als illegaal op Curaçao. Ze deed schoonmaakwerk maar werd opgepakt en uitgezet. Zij ging destijds ook met een bootje naar het eiland en herinnert zich nog dat ze de hele tocht bang was.
Neeyra Razz nam dat risico omdat ze een kind had dat medicijnen nodig had, die in Venezuela niet meer te koop waren.
Nu geeft ze haar kind andere medicijnen, die nog wel te koop zijn, maar die eigenlijk niet goed genoeg werken. In de hoop dat het ooit weer beter wordt in Venezuela.
Haar zus Normelys weet nog goed wat haar man Danny tegen haar zei, voordat hij aan de fatale overtocht begon.
Haar man Danny werkte als berijder van een ‘bromfietstaxi’ , maar had bijna geen klandizie meer.  Hij was al twee keer eerder naar Curaçao geweest, om te werken in de bouw, net als zijn vader en broers, die daar nu nog steeds zijn.
Normelys is achter gebleven met twee kleine kinderen en moet zien te overleven met de financiele hulp die ze krijgt van haar schoonfamilie die illegaal op Curaçao is. Dat valt niet mee.
Op Curaçao heeft ondertussen een rechtszaak plaats gevonden tegen de vermeende kapitein van het bootje dat verongelukte, wegens het illegaal aan land brengen van vreemdelingen en het in gevaar brengen van hun levens. Deze man had de kust ook levend weten te bereiken en werd later gearresteerd. Het Openbaar Ministerie van Curaçao vond ook twee opvarenden die getuigden dat desbetreffende man inderdaad de kapitein van de boot was.
Tijdens de zitting in deze rechtszaak, op 25 mei dit jaar, ontstonden er twijfels over de betrouwbaarheid van de getuigenissen. De rechter kon de getuigen echter niet ter zitting horen, omdat ze inmiddels allebei als illegaal naar Venezuela waren uitgezet. Mede daarom werd de vermeende kapitein op 15 juni vrij gesproken. Hij is inmiddels terug naar Venezuela.

Volg ZEMBLA ook op LinkedIn  
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.